Pé en zijn vrouw Mé zijn IJslandvaarders. Met de komst van de grote tweemasters aan het einde van de 19de eeuw, gingen heel wat vissers uit Oostduinkerke en omstreken mee met de IJslandvaart. Het leven op het schip was hard – werkdagen van 18 uur waren geen uitzondering – en de zeeroute naar IJsland was vaak grimmig en onvoorspelbaar. De tocht duurde doorgaans drie weken en werd hervat na amper drie dagen van rust. Na de Tweede Wereldoorlog verminderde het aantal IJslandvaarders sterk en de laatste IJslandtocht dateert van 1995.