In de kijker juni 2015

Benjamin Bundervoet is de Indiaan van KAA Gent

In de kijker juni 2015

Op 21 mei 2015 werd in Gent een schitterend stukje voetbalgeschiedenis geschreven: voor het eerst in het 115-jarige bestaan van de club speelde KAA Gent kampioen. Nog voor het zo ver was, kleurde de hele stad blauw-wit. In werkelijk iedere school, elk bedrijf en alle cafés in Gent en omstreken liet de titelkoorts zich voelen. Nen echte Genteneir es nu eenmaal nen Buffalo. In een stadion dat ontplofte van de sfeer had AA Gent aan twee goals tegen Standard genoeg om de landstitel binnen te halen. Voor Benjamin Bundervoet, die als Indiaan al even gekoesterd wordt als de spelers zelf, werd het meteen het mooiste moment uit zijn jaren als clubmascotte. Als Benjamin niet op het veld staat, dan vind je hem achter de tap van zijn café, de Picasso in Lochristi. LECA zocht een plekje uit aan de toog voor een babbel over wat de Gantoise voor hem betekent.

‘Ik moet een jaar of 12, 13 geweest zijn toen ik voor het eerst een match van AA Gent zag. Ik ben van Destelbergen en mijn vader supportert al zijn hele leven voor den Agé. En bij een van de thuiswedstrijden mocht ik dus ook eens mee naar het Ottenstadion. Ik kan mij niet meer herinneren tegen welke ploeg we toen speelden, maar ik weet wel nog hoe zeer ik onder de indruk was van alles.’ Na die eerste match had AA Gent er een supporter voor het leven bij.

Over buffels en indianen

Zelf speelde hij nooit bij de jeugdreeksen van de club, maar sportief was hij wel. Het was ook als lid van de Destelbergse sportclub ’t Kliekje dat hij uiteindelijk zelf zijn entree op het veld van KAA Gent maakte. ‘Vroeger had de club de gewoonte om bij iedere thuismatch een andere sportclub uit te nodigen om de aftrap te geven. En in 2001 mocht ik dat dus voor ‘t Kliekje doen. Ik wilde daar graag iets feestelijks aan toevoegen en daarom verkleedde ik mij als indiaan.’ Dat Ben in indianenpak het veld opging, is natuurlijk een verwijzing naar de bijnaam van de Gentse supporters. Volgens de overlevering kwam William Cody, alias Buffalo Bill, in 1906 met het rondreizende circus Barnum & Bailey naar Gent. In zijn Wild Westvoorstellingen traden ook Indianen op en werd er veelvuldig ‘Buffalo!’ geroepen. De kreet sloeg ook aan bij de Gentse studenten en was al gauw tijdens de wedstrijden van AA Gent te horen. Diezelfde shows zijn ook de reden waarom de indiaan het symbool van de club werd. ‘Toch was ik niet de eerste Indiaan in het Ottenstadium’, legt Ben uit. ‘Ik haalde mijn inspiratie net uit de geschiedenis van de vereniging. In de jaren 1970-1980 had je namelijk al Martijn De Backer, een supporter die in indianenkleren naar de wedstrijden van Gent kwam kijken. Martijn bleef wel gewoon op de tribune, en kwam niet op het veld.’ De supporters vonden Benjamins stunt hoe dan ook geslaagd en dat ontging ook Patrick Lips niet. De commercieel directeur van KAA Gent aarzelde dan ook geen seconde en nodigde Benjamin meteen na de wedstrijd uit om clubmascotte te worden. Sindsdien is Benjamin bij iedere thuismatch op de grasmat te zien en weet hij als geen ander de sfeer in het stadion aan te zwengelen.

90 drukke minuten

Een wedstrijddag is voor de clubmascotte sowieso een drukke dag. ‘Ik stap natuurlijk niet in mijn indianenkostuum in de auto als we een thuismatch spelen’, lacht Benjamin. ‘Pas als ik in de Ghelamco-arena ben, kleed ik mij om. Niet tussen de spelers, nee. Ik kan altijd op het secretariaat van de club terecht.’ Zodra hij zijn pak aan heeft, fungeert Benjamin als een schakel tussen de spelers, het bestuur en de supporters. ‘Mijn taak is de mensen warm maken voor de match. Ik ga dus op alle tribunes langs om de supporters te groeten. Als zij er zin in hebben, dan is een match des te plezanter. Voor sommige wedstrijden is er sowieso meer animo. Als we thuis tegen Brugge spelen bijvoorbeeld, dan is er altijd dikke ambiance.’ Benjamin neemt voor alle supporters zijn tijd. Overal in het stadion loopt hij mensen tegen het lijf die iets willen weten over de ploeg of die met hem op de foto willen. Als clubmascotte houdt hij er ook een aantal vaste rituelen op na. ‘Bij de countdown loop ik altijd op kop. Met de bal ga ik dan voor de spelers en de arbiters uit. En ik zorg er ook altijd voor dat ik even bij mijn vader kan langs gaan. Hij heeft nog altijd een abonnement en bij iedere thuismatch zoek ik hem op.’ Het hele stadion rondgaan lukt vaak niet. Benjamin let er dan ook op wie hij wanneer gaat groeten en zorgt ervoor dat hij alle tribunes even vaak aandoet. Tijd om zelf de wedstrijd van dichtbij te volgen, is er gewoonlijk ook niet. ‘Maar daar heb ik een simpele oplossing voor. Als ik thuis kom, kijk ik gewoon naar Stadion. Zo kan ik toch de mooiste acties meepikken.’

Onder supporters

Ook naast het veld is Benjamin een graag geziene gast. ‘Hier in Gent en omstreken word ik geregeld aangesproken door mensen die mij herkennen. Natuurlijk maak ik dan graag tijd voor een praatje.’ Bovendien wordt Benjamin ook wekelijks uitgenodigd om als indiaan zijn opwachting te maken op jubilea, verjaardagsfeestjes of bedrijfsevenementen. Als het te combineren valt met het werk in het café, gaat hij met veel plezier op al die uitnodigingen in. ‘Als clubmascotte ben ik één van de gezichten van de club. Het spreekt dus voor zich dat ik het belangrijk vind om ook buiten het stadion de band met de supporters te onderhouden,’ stelt hij. Ook op moeilijke momenten staat Benjamin voor de supporters klaar. Zo gaat hij regelmatig supporters in het ziekenhuis bezoeken. Toen er onlangs afscheid genomen moest worden van een terminaal zieke Buffalo, was hij er eveneens bij. ‘Ik ben hem gaan opzoeken op de dag voor hij stierf. We zijn toen samen naar de Ghelamco-arena geweest. Hij had de binnenkant van het nieuwe stadion nog nooit gezien, en wou er daarom nog heel graag even langs.’

All work and play

Uiteraard is KAA Gent ook in de Picasso nooit ver weg. Aan de muren prijken her en der foto’s van Benjamin in indianenoutfit en aan de toog is momenteel het clubshirt te koop. De belangrijkste wedstrijden van Gent waren er al geregeld op groot scherm te volgen. Op dit moment worden ook voorbereidingen getroffen om een eigen supportersclub op te richten, de Blue White Picasso’s. Zelfs de spelers blijken er af en toe over de vloer te komen. ‘Niet om pintjes te drinken, natuurlijk hé! Maar in het café organiseren we vaak activiteiten, en bij zo’n speciale gelegenheden komen ze inderdaad soms langs. Zowel met de spelers als met het bestuur klikt het goed’, legt Ben uit. Ook wie niet voor de Buffalo's supportert, is trouwens altijd welkom in de Picasso. Ben maakt er een punt van om altijd respectvol met de supporters van andere ploegen om te gaan. ‘Als indiaan ben ik al een aantal keer mee geweest naar uitwedstrijden in het buitenland, maar het is nooit de bedoeling om de tegenstander uit te dagen. Mijn outfit heeft in ieder geval nog nooit voor problemen gezorgd.’

Mijlpalen

Benjamin gaat intussen zijn 15de jaar als clubmascotte in. Aan de hele periode houdt hij niks dan goede herinneringen over. In de nieuwe Ghelamco-arena heeft hij het trouwens net zo naar zijn zin als in het vroegere Ottenstadion ‘Eigenlijk kun je beide niet vergelijken’, vindt hij. ‘Het is gewoon compleet anders. In den Ot was het contact met de supporters directer, omdat de afstand tussen het veld en de tribunes kleiner was. De Ghelamco-arena is grootser. Dat er meer mensen zijn, doet sowieso veel aan de sfeer. En wat vooral heel fijn is: er komt nu veel meer jeugd kijken.’ Nu de ploeg voor het eerst landskampioen is, is peilen naar het absolute hoogtepunt een overbodige vraag geworden. ‘Die 21ste mei was echt fantastisch, met zo veel mensen die zo enthousiast naar de wedstrijd toeleefden. Geen enkel zitje in het stadion bleef leeg, en dan nog waren er duizenden mensen die alles van dichtbij wilden meemaken.’ Ben en zijn zakenpartner vonden dan ook dat ze iets extra moesten doen voor deze supporters. Op de valreep zorgden ze ervoor dat in Kuipke in Gent 3500 mensen de match op groot scherm konden volgen. Ook in de Picasso zat 700 man mee te kijken naar de belangrijkste match van Gent ever. Toen de zege eenmaal binnen was, was de ontlading groot. ‘Het waren sowieso kippenvelmomenten. Ik ben met de spelers het veld opgelopen en mocht zelf de beker vasthouden. Iedereen was echt zot content met de titel!’ Ook de huldiging in het centrum van Gent na de match tegen Anderlecht beleefde Ben intens mee. ‘Overweldigend was het, echt een zicht om nooit meer te vergeten. Ik kwam samen met de spelers per boot aan en de Korenlei en de Graslei stonden afgeladen vol met supporters in blauw-wit. Naar verluidt was er 120.000 man, dat is echt gigantisch. En iedereen was er om te tonen hoe trots ze waren op de spelers. Dan is het toch echt mooi om te zien hoe voetbal mensen samenbrengt!’

Met het oog op later

Zelfs met de landstitel op zak blijft er nog veel om naar uit te kijken, vindt Benjamin. ‘Deze eerste titel zal natuurlijk altijd speciaal blijven. Maar nog een keer kampioen spelen zou even bijzonder zijn.’ Dat KAA Gent straks in de Champion’s League mag aantreden, zorgt voor hoge verwachtingen. ‘Stel je voor dat iemand als Messi straks in de Ghelamco-arena rondloopt. Dan zal ik toch ook proberen om dicht in zijn buurt te komen, hoor!’ Het mag duidelijk zijn: aan stoppen denkt Benjamin hoegenaamd niet. Hij merkt intussen ook dat hij iets losmaakt bij andere clubs. ‘Lange tijd waren de Zebra van Charleroi en ik de enige clubmascottes. Maar ook bij andere clubs beweegt er nu wel wat, vind ik. En bij Gent heb ik sinds een paar jaar het gezelschap van Melissa Joos, oftewel Squaw Mel, en Buffalootje, de reus van een van de supportersclubs. Ik vind het heel bijzonder dat ik dit mag doen. Zolang het bestuur en de supporters het leuk vinden, ben ik er dus heel graag bij als Indiaan.’