Meer dan 300 reuzen erkend als immaterieel erfgoed

Meer dan 300 reuzen erkend als immaterieel erfgoed

Minister Sven Gatz voegde zopas de reuzencultuur toe aan de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. Meer dan 70 reuzenverenigingen zien daarmee hun inspanningen beloond. Voortaan is de reuzencultuur – in al haar diversiteit – erkend als immaterieel erfgoed. ‘Daar zijn we heel blij mee’, zegt Johan Vencken, de voorzitter van Reuzen in Vlaanderen vzw. ‘Onze vzw mag dan al het dossier ingediend hebben, het zijn toch vooral de vele reuzenvrijwilligers die deze erkenning mogelijk hebben gemaakt.’

Sinds de 15de eeuw lopen mensen met metershoge figuren door onze straten. Ze waren aanvankelijk bedoeld als wandelend godsdienstonderricht, maar al snel evolueerden ze in de richting van straatamusement. Vandaag zijn er naar schatting meer dan 800 reuzen, in allerlei maten en vormen. Sommige worden gedragen, andere worden gerold. Sommige verlaten nooit hun dorp, andere schitteren op internationale evenementen. Ze zijn in handen van feestverenigingen of reuzengilden, maar net zo goed in die van  ziekenhuizen, scholen of bedrijven. ‘Het is die diversiteit die we met deze erkenning in de kijker willen zetten’, zegt Johan Vencken van Reuzen in Vlaanderen vzw. ‘Want het is net die verscheidenheid die de reuzencultuur sterk houdt’.

‘Een plaats op de Inventaris Vlaanderen veroveren is niet evident’, zegt Laure Messiaen van LECA vzw, de organisatie die het dossier begeleidde. ‘Velen denken dat een erkenning iets zegt over de kwaliteit of waarde van een traditie. Maar dat is niet het geval. De erkenning zegt iets over de manier waarop mensen hun tradities doorgeven aan de volgende generaties. Het zegt met andere woorden iets over de kwaliteit van erfgoedzorg. De afgelopen vier jaar zijn steeds meer reuzenverenigingen het nut van erfgoedzorg gaan inzien. Samen met hen werkten we naar dit moment toe.’

‘Dat klopt’, lacht Johan Vencken van Reuzen in Vlaanderen. ‘De aanloop naar de erkenning was een werk van lange adem. Maar het was nodig. We wilden vermijden dat we over de hoofden van de mensen heen werkten. De reuzenverenigingen moesten op voorhand weten wat we van plan waren en moesten er ook achter staan. Na jaren van bijeenkomsten, workshops en brainstorms stelden we een plan op voor de toekomst dat door zoveel mogelijk groepen werd ondersteund. De volledige lijst vind je op onze website. Maar wie wil kan nog altijd meedoen. Onze lijst is flexibel. Zo hopen we dat iedere reuzenvereniging zijn reuzen straks immaterieel erfgoed noemt.’

De reuzen van Mechelen, Dendermonde en Brussel staan sinds 2008 ook op Unesco’s internationale inventaris voor immaterieel erfgoed. ‘Dat is historisch zo gegroeid’, zegt Johan Vencken nog. ‘Maar ook zij ondertekenden onze aanvraag. Ze zijn in feite dubbel erkend. Voor ons zijn deze groepen een bron van inspiratie, we zijn dan ook blij met hun steun.’

Wie zelf plannen heeft om zijn traditie te laten erkennen als immaterieel erfgoed, kan daarvoor beroep doen op een netwerk van professionele erfgoedorganisaties. ‘LECA begeleidt mensen die zich bezighouden met feesten en rituelen, maar er is ook een expertisecentrum voor ambachten, een voor gastronomie en een voor podiumkunsten,’ zegt Laure Messiaen. Bovendien worden alle dossiers publiek gemaakt via www.immaterieelerfgoed.be. De Inventaris Vlaanderen telt inmiddels 42 elementen. Een aanvraag indienen kan twee keer per jaar.

foto c) Joan Vanden Bossche