Haar echte naam was Coleta Vandendycke. Ze was immers gevonden langs de 'stratendijk' bij het 'Crampebusch'. Later woonde ze bij de 'Gavermeerschen'. Het was een teilematooie (= belachelijk opgetooide vrouw) met een gegoten 'zeemtote'. In haar baalschorte zat er altijd een pulleke met toverdrank, een afkooksel van 'rode smerte' en 'siljadoone' en op haar rug droeg ze een wissen mande om 'overscheuten' (= overschot) en brokkeling van brood in te bergen voor de 'keuns' die ze kweekte. Het was wel een heel speciaal soort konijnen... met drie oren. Vrouwen in verwachting haastten zich een greep zout aan de deur te leggen. Dat hield het kwaad tegen.
Add new comment