Wat vieren we eigenlijk op Pinksteren?

Wat vieren we eigenlijk op Pinksteren?

Op de vijftigste dag na Pasen (de verrijzenis van Jezus) en tien dagen na Hemelvaart (de dag waarop Jezus in de hemel opgenomen werd) viert de christelijke gemeenschap Pinksteren of Sinksen.

In het Nieuwe Testament staat dat de apostelen en andere discipelen zich op de vijftigste dag na Pasen samen zaten. Ineens daalden er vlammen of vuurtongen over hen neer, die de Heilige Geest voorstelden. Deze vuurtongen zorgden ervoor dat de aanwezigen elkaar ondanks hun taalverschillen toch konden begrijpen. Na deze wonderlijke gebeurtenis riep Petrus iedereen op om zich te laten dopen. Zo werd de christelijke gemeenschap in het leven geroepen. Pinksteren is daardoor lange tijd één van de belangrijkste christelijke vieringen geweest. Oorspronkelijk werd er zelfs drie dagen gevierd. Dit werd de Pinksterdrie genoemd. Tegenwoordig hoort de viering niet meer bij de belangrijkste christelijke vieringen. Pinksteren en Pinkstermaandag zijn wel nog steeds officiële feestdagen.

Het ontstaan van de christelijke gemeenschap en het einde van de paastijd worden tegenwoordig niet meer als dusdanig gevierd. Veel van de gebruiken die aan Pinksteren verbonden waren, zijn intussen verdwenen. Een pinkstergebruik dat nu haast niet meer voorkomt, is het vieren van de Pinksterbruid. Oorspronkelijk was dit een feest waarop het mooiste meisje van het dorp werd verkozen. Zij werd versierd met bloemen en gekroond tot Pinksterbruid. Daarna dansten en zongen huwbare, jonge mannen en vrouwen met elkaar. Na verloop van tijd (en veel protest omdat deze feesten voor veel overlast zorgden), werd het echter steeds meer een gebeuren voor jonge kinderen. Jonge meisjes verkleedden zich in Pinksterbruidjes en gingen, samen met een aantal andere kinderen, van deur tot deur om geld en snoep te vragen. Tot in de negentiende eeuw was het ook gebruikelijk om tijdens deze feesten een pinksteros te versieren met bloemen, stro en kaarsen. Deze os liep dan mee in een processie door het dorp.

De Pinksterbruid (of Pinksterbloem) wordt tegenwoordig nog maar op enkele plaatsen gevierd. Dit is bijvoorbeeld het geval in het noorden van Nederland. Ook in Veurne is er nog jaarlijks een optocht met een Sinksenbruid. Op de vrijdag voor Pinksteren komen de kleuters van Kleuterschool ’t Voelsprietje met een bloemenkransje op het hoofd naar school. In groep trekken de kleuters door de straten van Veurne. Onderweg brengen ze onder andere een bezoekje aan de pastoor en de burgemeester, van wie ze een snoepje krijgen. Daarna gaan de kleuters naar de lagere school, waar ze opgewacht worden door de leerlingen. De kleuter die dan als laatste de speelplaats oploopt, wordt het Sinksenbruidje.

Het gebruik zou teruggaan op het verhaal dat de eerste pinksterbruidjes de meisjes waren die het langst in hun bed bleven liggen, en dus als laatste uit de stal kwamen wanneer het vee naar buiten werd gedreven. De koe die toen als laatste tevoorschijn kwam zou dan de pinksterkoe of, indien het een os was, de pinksteros zijn geweest. In Veurne maken de kleuters daarna, versierd met bloemen en bloemenkroontjes, een rondgang door de stad, terwijl ze het Sinksenbruidlied zingen. Een ander gebruik dat nu nog maar nog zelden voorkomt, is het neerlaten van een houten duif in de kerk. Met dat gebruik werden de uitstorting van de Heilige Geest en het neerdalen van de vurige tongen gesymboliseerd. Soms werden er ook brandende vlaspluisjes, rozenblaadjes of rode papiersnippers neergelaten.

Foto: de Pinksterbruid rondgang in Veurne, copyright westhoek.be