In de kijker januari 2013

Emmy Swerts schrijft voor De Druivelaar

In de kijker januari 2013

Iedereen kent natuurlijk De Druivelaar. In 2012 was dit zelfs het 16de meest verkochte ‘boek’ in Vlaanderen. In veel huishoudens, klaslokalen en kantoren is deze dagscheurkalender een vaste waarde, waarvoor jaar na jaar een plekje aan de muur gereserveerd wordt. Een Druivelaar dient natuurlijk niet alleen om de datum in het oog te houden; al even kenmerkend is de mix van weerspreuken, moppen, keukenweetjes en die in de kalender opgenomen is. Al jarenlang is in elke editie van De Druivelaar ook poëzie opgenomen en die is van de hand van Emmy Swerts. Tijdens een telefoongesprek met LECA lichtte zij uitgebreid toe hoe dat gaat.

Dag Emmy. Mogen wij weten hoe jouw gedichten in De Druivelaar terechtgekomen zijn?

Ik ben ermee begonnen in 1954, 58 jaar geleden dus al. Mijn vader, Lambert Swerts, was journalist en schrijver. Hij en Anton Strobbe, de uitgever die De Druivelaar sinds 1942 publiceert, waren goede vrienden. Toen Strobbe mijn vader op een bepaald moment om een aantal gedichtjes over de dierenriem vroeg, bleek dat onderwerp hem niet zo goed te liggen. Hij zat te dubben en vroeg: 'Kind, wil jij anders geen gedichtje maken voor Strobbe?'. Ik schreef toen zelf al even en was natuurlijk blij met zijn vraag. Bovendien hielp mijn vader me ook op weg. Ik liet hem sowieso lezen wat ik schreef en hij verbeterde mij. Toch zou ik die eerste gedichtjes van toen nu niet meer publiceren (lacht).

Wat voor gedichten schrijf je voor de dagblokkalender?

Ik schrijf voornamelijk natuurgedichtjes, gelegenheidsgedichtjes over heiligen en speciale feestdagen, maar ook over de natuur en over het komen en gaan van de dagen. Soms gaat het om korte stukjes van vier tot zes regels, maar ik zet ook langere teksten op papier.

Hoe komen je gedichten vervolgens in De Druivelaar? Stuur je die bijvoorbeeld in één keer op of lever je bijvoorbeeld per week of per maand tekst aan?

Gewoonlijk stuur ik in de loop van het jaar een aantal gedichten naar uitgeverij Strobbe. Op de redactie wordt daar vervolgens een keuze uit gemaakt. Van al het materiaal dat ik instuur, weet ik dus nooit vooraf wat er zal verschijnen en op welke dag, of wat niet. Een enkele maal kreeg ik een speciaal verzoek. De redactie beschikt sowieso nog over een hele voorraad tekst van mij; voorlopig stuur ik dus even geen nieuw materiaal op.

Waar haal je je inspiratie voor je gedichten?

Die komt spontaan. Ik ben er ook altijd mee bezig. Daardoor heb ik vanzelf beter leren letten op de natuur en op de tijd.

Doe je verder nog iets met de scheurkalendergedichten?

Vorig jaar heb ik een bundel met 365 van mijn gedichten samengesteld en uitgegeven onder de titel Dagvers. De hele oplage is intussen verkocht, maar voor elke dag van het jaar stond één gedicht in de bundel. Daartussen zaten ook een enkele gedichten die in De Druivelaar zijn verschenen. Een aantal heb ik wel wat bewerkt, omdat dat intussen een beetje nodig was. De tand des tijds, hé!

Hoe staat wat je voor De Druivelaar doet tegenover je andere werk?

Ik heb enkele boeken, verhalen en monografieën geschreven, maar het grootste deel van mijn werk bestaat toch uit gedichten. Daarbij zijn er natuurlijk wel gelijkenissen tussen mijn gedichtjes voor De Druivelaar en mijn andere gedichten, al komen daar vooral beschouwingen, gevoelige momenten, belevenissen op reis en filosofische en lyrische bespiegelingen in aan bod. Aanvankelijk waren mijn gedichten ook volledig berijmd, later werd de vorm iets vrijer. Ik moet er ook wel bijzeggen dat ik de evolutie van het moderne gedicht gezien mijn leeftijd niet helemaal meer volg.

Ben je het dichten voor De Druivelaar na 58 jaren nog niet beu?

Nee, hoor. Ik dicht graag en de inspiratie komt vlot. De laatste maanden, sinds mijn echtgenoot overleden is, merk ik wel dat het iets minder gaat.

Merk je in je omgeving dat je werk in de Druivelaar gelezen wordt?

Het gebeurt soms dat ik op een lezing mensen ontmoet die, als ze mijn naam horen, vragen of ik diegene van De Druivelaar ben. Dat is prettig, want het wil zeggen dat ik gelezen word. Ik denk altijd bij mezelf dat het is beter dat mensen mijn werk lezen op een scheurkalender met een hoge oplage dan in een dichtbundel met een kleine oplage.

Hoe spannend is het voor jou als een nieuwe kalender verschijnt?

Natuurlijk kijk ik altijd uit naar de volgende editie van De Druivelaar. Ik ben altijd wel benieuwd om te weten of er gedichten van mij zijn opgenomen en welke dat zijn. Ik ben intussen 83, ik ben gezond en ik leef van dag tot dag. Ik weet niet of ik in 2015 de 100ste verjaardag van De Druivelaar zal meemaken. Ik hoop natuurlijk van wel en zou het ook heel mooi vinden als in die editie ook een gedicht van mij staat!

www.emmyswerts.be