De gebruiken rond Sinterklaas en Sint-Maarten

De gebruiken rond Sinterklaas en Sint-Maarten

Kinderen in Vlaanderen kijken reikhalzend uit naar de winter. Dat is immers de periode van de geversheiligen. Op heel wat plaatsen trakteert Sinterklaas kinderen op snoep en speelgoed op 6 december. Andere kinderen moeten dan weer niet zo lang wachten. Op 11 november komt Sint-Maarten al bij hen langs. In sommige streken hebben kinderen dubbel geluk:  daar krijgen ze zowel Sint-Maarten als Sinterklaas over de vloer. De Sinterklaas- en Sint-Maartengebruiken staan inmiddels op de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed, mede dankzij de inzet van het Sint-Nicolaasgenootschap Vlaanderen.  Naast tal van cursussen en activiteiten rond de traditie, zet het Sint-Nicolaasgenootschap zich in om de gebruiken rond de geversheiligen in Vlaanderen in kaart te brengen. Zo deden ze hun grootschalige enquête van 1993 nog eens over in 2012, ditmaal met de steun van Erfgoedcel Waasland en LECA. De enquête tekende in meer dan 300 gemeenten Sint-Maarten en Sinterklaasgebruiken op en geeft een goed zicht op de beleving van de traditie vandaag de dag. Door de enquête van 2012 af te stemmen op die van 1993 kan bovendien de evolutie van de afgelopen tien jaar in kaart worden gebracht. De resultaten worden momenteel door LECA verwerkt en zullen in december 2013 aan het grote publiek worden bekendgemaakt.

Interactieve ontsluiting Sinterklaas- en Sint-Maartengebruiken

In de loop van 2013 zal de informatie uit de enquête ontsloten worden voor het grote publiek. Een interactieve kaart moet duidelijk maken waar en op welke manier Sinterklaas en Sint-Maarten wordt gevierd. De bezoekers van de online kaart zullen bovendien zelf ervaringen, belevingen en foto’s kunnen toevoegen en op die manier de tradities actief kunnen helpen documenteren. Door op Vlaams niveau alle afzonderlijke gebruiken in kaart te brengen, krijgen we een duidelijk zicht op de omvang, de diversiteit en de leefbaarheid van de verschillende tradities. Dat is een belangrijke stap in het opstellen van een erfgoedzorgplan.

Internationale samenwerking

Sinterklaas en Sint-Maarten komen niet alleen in Vlaanderen voor. Zo is pakjesavond een van de populairste tradities in Nederland, terwijl Sint-Maarten dan weer een belangrijke rol speelt in steden als Utrecht (Nederland) en Tours (Frankrijk). Zowel voor Sint-Maarten als voor  Sinterklaas wordt daarom gezocht naar internationale partners om zoveel mogelijk expertise met elkaar te kunnen delen. Zo was op 9 januari 2013 een delegatie uit Vlaanderen te gast bij het Sint-Maartensberaad in Utrecht. De leden van het Sint-Maartenberaad werden op hun beurt uitgenodigd in Vlaanderen om een eventuele samenwerking op vlak van erfgoedzorg te bespreken. Ook voor Sinterklaas wordt intussen gekeken hoe Vlaanderen kan samenwerken met buitenlandse organisaties zoals het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE).

LECA als makelaar

In Vlaanderen zijn er heel wat organisaties en individuen met een bepaalde expertise op het vlak van Sint-Maarten en Sinterklaas. In nauwe samenwerking met Erfgoedcel Waasland, stelt LECA zich tot doel zoveel mogelijk van die expertise samen te brengen zodat de kennis niet versnipperd raakt. Daarom worden experts van binnen en buiten de erfgoedsector betrokken bij het traject.

Een traject in wording

De enquête is een belangrijke stap in het documenteren van de verschillende tradities rond Sinterklaas en Sint-Maarten. Toch is de bekendmaking van de resultaten geen eindpunt, maar eerder een vertrekpunt om samen met de betrokken traditiedragers en organisaties acties op touw te zetten die de toekomstkansen voor dit immaterieel cultureel erfgoed kunnen verhogen. Denk maar aan studiedagen, educatieve pakketten, publieksevenementen, historisch onderzoek en dergelijke meer.