Processies: op handen gedragen

Processies: op handen gedragen

Op handen gedragen is een programma dat het erfgoed van processies en ommegangen versterkt. Het is een gezamenlijk initiatief van LECA, CRKC en KADOC | KU Leuven.
 
Uitgangspunt
 
In tegenstelling tot wat soms wordt beweerd, zijn processies en ommegangen geen relicten uit lang vervlogen tijden. Sinds een aantal decennia zijn ze zelfs aan een ware revival toe. Heel wat verdwenen ommegangen en processies werden nieuw leven ingeblazen en ook de publieke belangstelling groeit. Sommige processies trekken tienduizenden bezoekers, terwijl andere er bewust voor kiezen kleinschalig te blijven. Een processie balanceert dan ook tussen de sociale en de religieuze dimensie van het gebeuren. Het is niet alleen een liturgisch ritueel of een devotionele praktijk, maar ook een publiek evenement in de openbare ruimte. Een processie vormt vaak een verbindende factor binnen een plaatselijke gemeenschap en draagt bij tot een gevoel van samenhorigheid en identiteit. De zorg voor het met processies verbonden cultureel erfgoed is dan ook een belangrijk gegeven.
 
Je kan processie-erfgoed opsplitsen in drie verschillende types, namelijk het immaterieel (gebruiken en tradities), het roerend (voorwerpen) en het documentair (archieven, bibliotheken) erfgoed. In de praktijk staan die vormen van erfgoed natuurlijk in voortdurende wisselwerking met elkaar. Toch vraagt iedere vorm een specifieke aanpak bij het doorgeven aan volgende generaties. Het bewaren van processievoorwerpen stelt organisatoren voor andere uitdagingen dan het doorgeven van bepaalde rituele handelingen, terwijl het beheren van een archief weer een andere strategie vereist.
 
LECA, CRKC en KADOC bouwden doorheen de jaren heel wat kennis op over ommegangen en processies. Sinds 2013 bundelen ze hun krachten om de processie-cultuur op een duurzame manier te borgen. Dat doen ze elk vanuit hun eigen expertise. LECA is het aanspreekpunt voor immaterieel erfgoed, CRKC staat in voor de zorg voor roerend erfgoed en KADOC behartigt het documentair erfgoed. Op die manier vindt iedereen met vragen over het erfgoed van processies altijd een duidelijk aanspreekpunt.
 
Uitwerking
 
1. In kaart brengen van noden en behoeften processie-organisatoren
 
In 2011 onderzocht LECA via een telefonische enquête en rondetafelgesprekken de noden en behoeften van processie-organisatoren van Mariale processies. Het onderzoek werd uitgevoerd in samenspraak met Maria door Vlaanderen vzw. De resultaten werden gebundeld in een verslagboek dat integraal online staat.
 
2. Studiedag ‘Op handen gedragen’
 
Uit de noden-en behoeftenanalyse bleek duidelijk dat organisatoren uitdagingen zien op vlak van immaterieel, materieel en documentair erfgoed. Daarom ging LECA een samenwerkingsverband aan met  CRKC en KADOC. Samen organiseerden ze op 16 november 2013 een studiedag over erfgoedzorg. Meer dan 80 processie-organisatoren namen deel.
 
3. De inspiratiebrochure ‘Op handen gedragen’
 
In november 2013 verscheen de inspiratiebrochure ‘Op handen gedragen’. Daarin wordt concreet uitgelegd wat erfgoedzorg allemaal inhoudt. De brochure bevat tal van voorbeelden over de manieren waarop processie-comités actie ondernemen voor de toekomst. De brochure werd breed verspreid onder de processie-organisatoren en is ook online raadpleegbaar.
 
4. Online enquête over processies van vroeger en nu
 
Dankzij het werk van Maria door Vlaanderen Gedragen hebben we een goed zicht op de bestaande Mariale processies. Maar hoe is het gesteld met de andere processies en ommegangen in Vlaanderen? Welke processies zijn in de loop der jaren verdwenen? Welke kwamen erbij? En vooral: wie zijn de mensen die de processies organiseren? Tot op heden zijn zij onderbelicht en als groep dus moeilijk bereikbaar. Daarom lanceerden KADOC, CRKC en LECA in oktober 2014 een online enquête. Die werd eind 2015 afgesloten en zal in de loop van 2016 geanalyseerd worden.
 
5. Vormingsmomenten voor traditiedragers
 
In 2015 werden twee vormingsmomenten aangeboden rond erfgoedzorg. De vormingsmomenten zijn belangrijke contactmomenten waarop processie-organisatoren elkaar leren kennen, expertise uitwisselen en netwerken opbouwen.